Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen riep Esther Hatach, [een] van de [13]kamerlingen des konings, [14]welke hij [15]voor haar gesteld had, en zij gaf hem bevel aan Mordechai, om te weten [16]wat dit, en waarom dit ware. 13. Hebreeuws, gesnedenen. Anders, ontmanden. 14. Of, welken. 15. Hebreeuws, voor haar aangezicht gesteld had; dat is, die op haar dienst passen zouden. 16. Dat is, zij vraagde waarom hij dus bedroefd was en een zak aangetrokken had. 16. waarom dit ware. Dat is, zij vraagde waarom hij dus bedroefd was en een zak aangetrokken had.